Burggraaff, Reinier |
Geslacht | Man |
Leeftijd | ±80 |
Geboren | ±18 jul 1778 te Enkhuizen |
Gedoopt | za 18 jul 1778 te Enkhuizen | Overleden | wo 29 dec 1858 te Ede |
Begraven | |
Beroep | Vroedmeester, heelmeester, geneeskundige |
|
Vader | Burggraaff, Antonie |
Moeder | Goor, Maria van |
|
Huwelijk | di 3 jun 1806 te Arnhem |
met | Goedhart, Rijniera |
|
Kinderen: (8) | Veronika Catharina Maria Margaretha Louisa Sijbilla Anthonij Arend Johannes Johanna Wilhelmina Christina Suzanna Everharda (6) Angenieta Margaretha nn |
|
Notities: |
-Persoon | Op 3 september 1806 ontvangt de Nederduits Hervormde kerk van Ede een attestatie (getuigschrift) van Reinier Burggraaff, afgegeven op 10 juli door de NH gemeente van Enkhuizen. Na het huwelijk in Arnhem vestigde Reijniera en Reinier zich in het huis op de hoek van de Grotestraat en Bergstraat. De 28 jarige Reinier is "heel-/genees-/verloskundige" en komt naar Ede omdat hij benoemd is als ambtdokter, tegen een honorarium van f 130,00 per jaar. In 1809 wordt het verhoogd naar f 205,00 daar hij anders een beter betaalde betrekking zou aannemen. Zoals de naam ambtsdokter al aangeeft, wordt hij betaald door de (gemeente) ambt Ede. Kort na aankomst in Ede wordt Reinier ook aangesteld als armendokter door de diaconie Nederduitse Gemeente. In 1811 wordt op last van Napoleon de ambt Ede gesplitst in vier gemeenten: t.w. Ede, Bennekom, Lunteren en Otterlo. Reinier heeft zitting in de commissie die dit moet voorbereiden. In 1815 is de financiele positie van Ede zo slecht, dat de functie van ambstdokter komt te vervallen. Als de Franse tijd voorbij is en de vier dorpen op 1 januari 1818 weer een gemeente vormen, wordt Reinier aangesteld als secretaris en waarnemend burgemeester van de gemeente Ede tegen een jaar inkomen van f 500,00. Omdat het inkomen niet toereikend is voor een groot gezin, neemt hij in 1820 zijn artsenpraktijk weer op. Ook wordt hij opnieuw benoemd tot "ambstheel-genees- en vroedmeester metapotheek". Op 12 december 1850 neemt hij afscheid als secretaris. Hij is dan inmiddels 72 jaar. Van de gemeente Ede ontvangt hij een pensioen tot zijn overlijden in 1858 van 225,00 per jaar. Bron: GA, archiefstukken Ede. |
| | -Overlijden | Aktenr. 222 |
|
Bronnen: | |
-Aangifte overlijden | do 30 dec 1858; Gelders Archief |
| | -Huwelijk | Gelders Archief |
|